Aeltje Jans Oude de ( Camer)
Aeltje Jans Oude de ( Camer),
geb. in 1656,
doopsgezind,
ORA-184-3199-260; 19-03-1728; 184-3175; 04-07-1699,
184-3217-A12; 07-05-1723: Testament Lambert Jansz d; Oude,
ovl. op 25-10-1727 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 27-10-1727 te Huijsen; ; Classis f 6,-,
, -
ORA-184-3175; 4-7-1699: Gerrit Jansz d'Oude is zonder descendenten overleden binnen dese dorp en datte selve nogh in levende lijve alhier woonaghtigh nagelaten heeft Lambert Jansz d'Oude, Pieter Jansz d'Oude, Tijmen Jansz d'Oude en Aeltje Jans
d'Oude alle broeders en suster en dienvolgende naeste bloetverwanten en erffgenamen van deselve Gerrit Jansz
-
ORA-184-3199A260; 19-03-1728: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout, Claas de Swart en Jan Gerritsz Komin schepenen;
- Lammert Lammertsz Prins gehuwd met Gerritje Pieters
- en Hendrik van Weerland en Aart Gerritsz Coppe als voogden van de minderjarige kinderen van Lambertje Pieters en zich sterk makend en de rato caverende voor Jacob Melsz Boor
- en Hendrik van Weerland zich sterk makend en de rato caverende voor Gijsbert Jacobsz Vos gehuwd met Claasje Pieters
allen te samen erfgenamen van Aaltje Jansz Camer
en tevens
- Gijsbert Tijmensz
- Jan Vergoes namens de weduwe van Jacob Tijmensz
- alsmede Harmen Tijmensz
- en Jan Vergoes namens Willem Kuijper wonende op de Coog en gehuwd met Geertje Tijmens,
- en ook voor Jan Tijmensz
als gezamenlijke erfgenamen van Willem Tijmensz
- verklaarden verkocht en getransporteerd te hebben aan Lammert Jansz Prins zeker huis, erf en tuin gelegen in het dorp belent Wed. Jacob Lammertsz Smit ten zuiden en Jan Meltz Boor ten Noorden voor f 1.380.- Vader:
Jan Pietersz Claesz Oude de ( Camer), zn. van Pieter Claesz en N1 Gerrits ,
geb. in 1642 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1667-69,
doopsgezind,
ovl. in 1680 te Huijsen; 184-3172; 03-12-1680; Koptienden Laatste,
, -
JAN PETERSEN / JAN PETER CLAESEN
-
ZIE: ORA-184-3189A359; 01-12-1674 en ORA-184-3172; 03-12-1680; VERMOEDELIJKE CONCLUSIE: Jan Pietersz Camer en Jan Pietersz d'Oude zijn één en dezlefde persoon !?
-
Huizen Koptienden (1667-69 1715-20):
1667-69: v. VADER Peter Claesz 7 Spt 2 cop 1/4
1671-55: + CLAESEN
1678-49: v. Lambert Lambert Lambertsz 7 cop
- (Koeckje de Jonge)
t/m 1695-39: Situatie: 8 Spt 1 cop 1/4
1699-31: op Pieter Jansz de Oude 1 Spt 7 cop 1/2
- Situatie: 6 Spt 1 cop 3/4
1705-31: v. Hendrick Gerritsz Snijder 3 Spt 1/2
- Situatie: 9 Spt 2 cop 1/4
1709-27: v. Lambert Gerrits Jacobsz 1 Spt 3 cop 1/4
- Situatie: 10 Spt 5 cop 1/2
1715-20: op Lambert Jansz de Ouden 10 Spt 5 cop 1/2
-
JAN PIETERSZ CAMER:
-
ORA-184-3187A156;17-11-1658: Lambert Harmensz Schram onse buijrman en verclaerde vercocht te hebben voor f 450 aen Teunis Hendricksz onse mede buijrman seecker maetlandt gelegen op huijsermaet belendt Jan Pietersz Camer aen d'ene@ de
scheijsloot van d'orter aen d'andere sijde
-
ORA 184-3231;03-06-1660: Pieter Lambertsz Bol Buijrman in voorz dorpe @ Mattien Gerritsz sijn huijsvrouw, met bewilliginge van de voorn. Pieter Lambertsz Bol in desen geassisteert met Jan Pietersz Camer als haeren gecoren voocht, @ verclaerde
sij comparanten met de anderen veraccordeert te sijn, alsoo volgens de huijwelickse voorwaerden tusschen henluijden gemaeckt geen gemeenschap van goederen geweest is, dat sij Mattien Gerrits met haere onroerende en andere goederen gelijck
deselve jegenwoordich tusschen henluijden sijn gedeijlt sal mogen doen en handelen ma haer wel gevallen, sonder dat sij Pieter Lambertsz Bol daer van eenige administratie, bewint ofte gesagh sal hebben, dat sij insgelijck deselve haer goederen,
roerende en onroerende, gewas te welcke, en 't gene verders daer onder begrepen kan werden sul mogen vercopen,
Mattien Gerrits dient wel zorg te dragen voor haar voorkint
-
ORA-184-3188A335;16-6-1665: Jan Lambertsz Swart schout, Tijmen Rutten Doorn en Jacob Cornelisz schepenen oirconden dat Jan Dominicus en Jan Wijchertsz als getrout hebbende Jannetge Dominicus, mitsgaders Jan Pietersz Camer als voogd van Hendrick
Hendricksz nagelaten weeskind van Niesie Dominicus, alle kinderen en erfgenamen van Dominicus Jansz, verklaarden verkocht te hebben aan Hubert Ebbesz de / van zeker huis en erve in het dorp naast het weeskind van Claes Jansz Puijck? ten noorden
en de Meulenbergh ten zuiden voor f 412:10:-.
Op 18-06-1680 is aan Jan Wijchertsz als erfgenaam van Dominicus Jansz en zich sterk makende voor de verdere erfgenamen de som van 412:10 betaald
ORA-184-3189A015;13-4-1666: Lubbert Hendricksz onze buijrman verkocht aan Jan Pietersz Camer mitsgaders Timen Jacobsz @ Hendrick Jacobsz 2 akkertjes gelegen naest het weeskind van Claes Jansz ten zuiden en Timen Willemsz ten Noorden voor f
150,-
-
ORA-184-3189 A054; 03-6-1667: Timen Rutten Doorn als getrout hebbende Aeltgen Jansdr en weduwe was van Lambert Jansz, maakt bekend dat de 2 nagelaten kinderen van voorn Lambert Jansz zaliger verwekt bij Aeltgen Jans beiden zijn overleden,
waarop de waarden van de goederen waarop de kinderen van vaders zijde recht hadden voor de successie getapeert moesten; totaal ca. f 1000,- aan land, o.a.
- 1/ schepel in 't Lange Weijn naest Jan Camer ten suijden en Jan Gerritsz Backer ten noorden
- 7 spint in 't Lange Weijn naast Gerrit Jacobsz ten suijden en Jan Pietersz Camer ten Noorden
-
ORA-184-3171;10-12-1669: Schepenen alvorens inde saecke tusschen Dirck Bergh eijscher @ Jacob Cornelisz Schoenmaker gedaagde te disponeren renvoijeren partijen aen Evert Willemsz en Jan Pietersz Camer als goede mannen
-
ORA-184-3171;10-11-1671: Tot vooghden over 't nagelaten weeskindt van Fijttgen Dircks geprocreert bij Cornelis Gerritsz Jonge Metselaer, zijn gestelt Jan Pietersz Camer @ Jan Pietersz Vergoes (MENNISTEN)
-
ONA-3685A082; 22-08-1673: Ghijsbert Jansz Vos Buermeester van huijsen, Ghijsbert Claesz Bout, Lambert Gerritsz Backer, Isaack Willemsz ende Teunis/Anthonis Jacobsz rade van het voorn: dorp van huijsen, Abraham Pietersz @ Jan Pietersz Camer out
Buijrmeester van 't dorp ende hebben op versoeck van Gerrit Pietersz Mes jegenwoordig schout tot Huijsen, verklaren zijn benoeming gecontinueert dient te worden
-
ORA-184-3171; 15-01-1674: Jacob Jansz Backer eijscher CONTRA Jan Pietersz Camer gedaegde te betalen f 50 ter saecke van van obligatie d.d. 18-09-1673
-
ORA-184-3189A359; 01-12-1674: Jan Pietersz Camer @ Jan Pietersz Vergoes als curateurs van de boedel van Theunis Evertsz Rademaecker verkochten aan Jan Laeckeman een huis en erf staande in het dorp voor f 432;- ; ZIE OOK: ORA-184-3172;
03-12-1680
-
JAN PIETERSZ D'OUDE:
-
ONA-3667A003;26-01-1675: Tijmen Rutten Doorn, regerend burgemeester van huijsen, verklaart op verzoek van Jacob Gerritsz Grutter en mede naar aanleiding van klachten van boeren en ingezetenen, dat een ernstige waarschuwing heeft gegeven aan
Rijck Pietersz Molenaer die met zijn wind-korenmolen meel van zeer slechte maalde; getuigen Jan Pietersz d'oude ende Cornelis Willemsz Coopman
-
ORA-184-3190A230; 28-04-1677: Laurens de Wolff schout, hendrick Ebbensz en Gijsbert Evertsz Cos schepenen, Jan Pietersz de Oude en franck Claesz als curatoren van de boedel van Gijsbert Jansz Vos transporteren aan Tijmen Rutten Doorn zeker Camp
bouwland groot derde half schepel en vijff cop gelegen in het dorp naast Tijmen Jacobsz tegen fl 145/schepel
-
ORA-184-3172; 18-03-1679: Tot voogden over Jacob Lambertsz Smit wert op desselfs versoeck gestelt Jan Pietersz d'Oude en Jacob gerritsz Grutter
-
ORA-184-3172; 27-04-1679: Tot voogden over de kinderen van Jan Pietersz Vergoes werden gestelt Jan Pietersz (Claesz) d'Oude, Theunis Pietersz Vergoes en Jacob Jansz
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Zijn weduwe; Capit.: 1; Koehoudster; Zout: vat 7/8; v: 1, kb: 3, in de kost: 2, dienstbode binnen: 1; Personen: 7
-
ORA-184-3172; 03-12-1680: Alsoo Jan Pietersz d'Oude en Jan Pietersz Vergoes sijn comen te overlijden en gestelt waren als curateurs over de boedel van Theunis Evertsz, soo werden in de plaats gestelt Jan Pietersz Boor en Gerrit Aertsz
-
ORA-184-3192A070; 24-12-1682: Lourens de Wolff schout en Jan Aertsz en Willem Tijmensz schepenen, Jacob Gerritsz Grutter verkocht aan Claesien Gerrits weduwe van Jan Pietersz d'oude seecker huijs en erff met de schuijr @ de Grutmolen met al 't
gene deselve dependeert staen staende in 't voorsz huijs; in 't dorp alhier naest Lambert Jansz Schoenmaker ten suijden en Gerrit Jansz d'oude ten noorden
Nogh 5 schepel land gelegen Jacob Tijmensz ten suijden @ Jan Mijns Cos ten noorden
Nogh 4 schepel gelegen aan houtwijck naest Jacob Sijbrants Man ten suijden @ houtwijck ten noorden voor f 1.000,-
-
ORA-184-3173; 16-05-1684: Jan Pietersz Boor en Gerrit Jansz Backer als procuratie hebbende van Jan Gerritsz Backer haer respectieve schoonvader en vader, eijsscher CONTRA Klaesien Gerrits weduwe van Jan Pietersz de oude gedaagde die in zijn
leven als borg en principael schuldenaer ten behoeve van Borchert Scholte Coopman tot Amsterdam ter somme van f 1.200
-
ORA-184-3173; 10-10-1684: Compareerde ter secretarie des Dorps huijsen Lourens Knaep als procureur van Jan Pietersz Boor en Gerrit Jansz Backer die procuratie hadden van Jan Gerritsz Backer haer respectieve Schoonvader en vader in welcke
qualiteit sij als eijsschers tegens Claesien Gerrits weduwe van Jan Pietersz d'Oude enz
-
ORA-184-3228A043; 11-11-1684: Geertge Jans van Duijren weduwe en boedelhoudster van Jan Gerritsz Backer voor de ene helft en Stijntgen Jans en Gerrit Jansz kinderen en erfgenamen van de voorn. Jan Gerritsz alsmede de voorn. Gerrit Jansz als oom
en voogd van de verdere onmondige kinderen en erfgenamen van de bovengenoemde Jan Gerritsz Backer stelden zij aan D.E. Adriaen Starrevelt in het proces tegen de weduwe en verdere erfgenamen van Jan Pietersz de oude
-
ORA-184-3214A028A; 01-11-1694: Gerrit Jacobsz Comin en Jacob Gijsbertsz Gleijn schepenen tot Huijsen. Gerrit Jacobsz Grutter, te kennen gevende dat Gerrit Jansz d'Oude soo voor sigh selve, als oock hem sterck makende ende rato caverende voor de
verdere mede erffgenamen van sijn moeder Claesje Gerrits saliger op huijden aen hem comprt hadde getransporteert seecker huijs, schuijr, grutterije, en landerijen staende @ gelegen binnen en onder de Jurisdictie van desen dorpe onder voorwaarde
dat Pieter Jacobsz Schoe als getrouwt hebbende Harmpje Jacobs uijt craghte van seeckere acte van bewijs bij Jacob Gerritsz Grutter ten behoeve van deselve Harmpje Jacobs in voldoeninge van haer moeders goet gepasseert, en nog niet geheel
betaalt is
-
ONA-3718A016;13-05-1700:Huwelijkse voorwaarden Jan Claasen jongman ter eenre en Haasje Fijtis weduwe van Gerrit Jansen Oude ter andere sijde, beide wonende tot Huijsen.
- Bruijdegom brengt in: stukken lans, 1 wagen, 2 koeien, 2 veersen, 1 pinck ter waarde van f 230, en aan contanten f 900,-
- Bruijd brengt in: 4 huizen, zeer veel land, veel uitstaande obligaties o.a. Claas Lambertsz Schram f 100,- Jan Lambertsz Prins f 150,- en Claes Lambertsz Prins f 150, de weeskinderen van Jan Pietersz de Oude f 750,- pas opeisbaar na de dood
van de bruijd, 1/64 deel in een vleet op Groenlandt in het schip genaamd Kruijskerck gecommandeert door Engel Isacksz. Tevens zij zich als borg ge-obligeert voor Pieter Jansz de Oude zaliger; getuige Jacob Tijmenszn,
relatie.
- Moeder:
Claesje Gerrits , dr. van Gerrit ,
3668-A44; 27-02-1684; 184-3173; 16-05-1684,
184-3192A70;24-12-1682: koop huis en grutmolen,
ovl. in 1694 te Huijsen; ORA-184-3214A028A; 01-11-1694.
relatie
met
Willem Tijmensz Jacobsz , zn. van Tijmen Jacobsz en Neeltje Jans ,
geb. in 1662 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1683-67,
doopsgezind,
ovl. op 19-05-1723 te Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: 1729-24,
begr. op 27-05-1723 te Huijsen; DTB-12-Begraven-Impost: f 3,-,
, -
WILLEM TIJMEN JACOBSEN / JACOBSZ
Huizen Koptienden (1683-67 1729-24):
1683-67: v. VADER Tijmen Jacobsz 3 Spt 7 cop 1/2
1692-43: v. Peter Jansz Visser 4 cop 5/8
- Situatie: 4 Spt 4 cop 1/8
1699-41: op Jan Tijmen Jacobsz 1 Spt 5 cop 3/4
- Situatie: 2 Spt 6 cop 3/8
1700-41: v. Jacob Cornelisz Goossen 4 cop
- Situatie: 3 Spt 2 cop 3/8
1709-41: v. Gerrit Jansz de Oude 1 Spt 2 cop
t/m 1720-24: Situatie: 4 Spt 4 cop 3/8
- Verkregen van onbekende(n) 4 cop 1/8
1721-24: ER STAAT: 5 Spt 0 cop 1/2
- op Jacob Lambertsz Smit 3 cop
- Situatie: 4 Spt 5 cop 1/2
1726-24: SLUIJ 1725
- v. Lambert Jansz d'Oude 2 Spt 7 cop 3/4
- : Situatie: 7 Spt 5 cop 1/4
1729-24: op Jan Piterse Schram 4 cop 3/4
- op Hendrik Gijsbertsz 3 cop 1/8
- op weeskinderen v. Jacob Melchiorsz Boor 6 cop 1/2
- op Jacob Cornelisz Killewig 1 Spt 2 cop 1/4
- op Lambert Lambertsz Prins 1 Spt 5 cop
- op Gijsbert Jacobsz Vos 2 Spt 4 cop 1/4
- op Tijmen Jacobsz 3 cop 1/8
-
Naarden-OAH-182-01-01-1682: Willem Tijmensz, weeskind van Tijmen Jacobsz
-
ORA-184-3194A287; 23-01-1697:Compareerden voor Lamb. Killewig schout, Gerrit Koetsier en Willem Boor schepenen, Harmen Tijmensz bekende schuldig te zijn aan de Mennonisten Gemeente alhier een som van 1500 gl. te restitueren enz. met rente van f
4 per fl 100 per jaar met als onderpand zeker coorn wint molen staande en gelegen alhier op de molenberg alsmede zeker huis en erf staande naast voornoemde molenberg staande naast Teunis Gerritsz ten zuiden alsmede al zijn goederen;
compareerden mede Hendrick Willemsz Boom voor de ene helft en Jacob Tijmensz, Gijsbert Tijmensz, Willem Tijmensz en Jan Tijmensz voor de andere helft mede borg staanden.
Op 17-05-1715 hebben Jacob Tijmensz en Leendert Vergoes als diaconen van de Mennisten gemeente verklaard dat bovenstaande schuld afgewikkeld
-
ORA-184-3194A328; 23-05-1697: Johannis Dircks verkocht aan Willem Tijmensz Jonge zekere Bierstal f 7:10:- gelegen en staande naast voornoemde koper ten suijden
-
ORA-184-3195A512; 26-02-1700; Jacob Cornelis Goosen verclaarde vercoght te hebben aan Willem Tijmonsen de Jonghe ontrent 1 schepel Boulandt gelegen aan de Spille Canse Wegh naast Hasjen Fijtesen ten westen en Gijsbert Jacobsz ten Oosten. Item 1
3/8 schepel gelegen in 't Parrewijn naast Wijgert Jacobsz Backer ten oosten en Willem Jansz Boor ten westen voor f 74
-
Amsterdam-1120-291; 13-07-1708: Willem Tijmensz, Mennist, Attestatie Annetje Johannis Lint
-
ORA-184-3197A021; 01-03-1709: Compde voor Lambert Killewigh schout,mitsgaders Aert Jacobsz Vos en Jacob Brantsz schepenen tot huijsen Lambert Jansz d'oude en Willem Tijmensz als erfgenamen van Gerrit Jansz d'oude, haer sterck makende en de
rato caverende voor de verdere erfgenamen mitsgaders Jacob Tijmensz, Leendert Vergoes, als executeurs van de testamente van Haasje Fytus eertijds weduwe van de voorn Gerrit Jansz d'oude ende verclaerden sij coparanten vercoght te hebben en
mitsdesen te transporteren aen Claes Jacobsz Schram seecker hofstede ofte erff gelegen binnen dese dorpe belent de voorn coper ten oosten en Lambert Lambertsz Prins tenwesten voor f 11 enz
-
ORA-184-3177; 09-09-1713: Hendrick Willemsz Boom, Jacob Tijmensz, Leendert Vergoes, Jan Claesz en Willem Tijmensz bij de doopsgesinde gemeente deses dorps aengestelde diaconen der selver gemeente in die qualiteit eijscher CONTRA Pieter Gerritsz
Snijder gedaagde
-
KRONIEK L.R. Lustigh-176-1527: RUNDER PEST:
- Folio 028; 14-12-1713: ende op den 14 decemb: 1713 doen krijgt Willem tijmonsz een koe sieck, nadat hij al voerens wat messe uijt sijn stal gehaalt hadde, en dese koesterft op den 19 dito ende op den 30 dito een koe en op den 31 dito twee
koijen
- Folio 039; 20-01-1714: ... Let daar op ende op dien selven dagh des avonts doen gingh tot Mr. Lucassen den barbier, en daar sijnde soo raakte Ick al wederom met het volck gelijck seer dickwils te voeren geschiet was, met haar aen 't
discouren van de kranckheijt der beesten, en de bij dit volck was oock Willem tijmonsz een broeder van de voormelde Jacob tijmonsz en de na veel woordenwisselinge, soo seijde Ik het selve voornoemde voorval oock tegens hem en voorts aen 't
gantsche volck en dat sij op dese uijtkomst Letten souden, ende seijde voorts, gij Willem tijmonsz en alle die hare koijen alhier sieck sijn geworden gij hebt alle na dat Ik een partije getrouwelijck gewaarschout hebbe u besten gedaan om uwe
koijen sieck te maken dogh Ik weet wel, hoe het den mensche maakt hij dient altijt godts verborgen raat, maar weet gij die enz.
-
Amsterdam-1120-942; 26-11-1716: Brief Mennisten
-
ORA-184-3177; 19-01-1720: Tot voogden over de 3 nagelaten kinderen van Jannetje Jans in leven huijsvrouw van Gijsbert Tijmensz werden gestelt Jan Jansz Doorn, Pieter Melsz Boor en Willem Tijmensz
-
KRONIEK L.R. Lustigh-176-1527: Folio-177; 11-11-1720: RUNDER PEST: op den 11 en op den 19 en 20 novemb, doen sterven van Willem tijmonsz Jacobz ofte anders Willem Oom genaamt vijff moije koijen af, en hout geen koebeesten over
-
ORA-184-3198A163; 20-12-1720: Willem Tijmensz verkocht aan Emmetje Teunis weduwe van Jacob Lambertsz Smit zeker stuk bouwland gelegen in Tames groot ontrent 1,5 schepel voor f 38
-
ORA-184-3217A012; 07-05-1723: Testament. Lambert Jansz d'Oude verklaarde als enige, universele erfegenaam zijn zuster Aaltje Jans gehuwd met Willem Tijmensz, mits zij aan testateurs broeder Tijmen Jansz gedurende zijn hele leven f 50/jaar uit
te keren tot zijn overlijden
-
ORA-184-3199A034; 04-05-1724: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout mitsgaders Pieter Melsz Boor en Wijgert Jansz Doorn schepenen in Huijsen, Aaltje Jans weduwe van Willem Tijmensz verklaarde verkocht te hebben aan Jan Jansz Jonge een
camp maatland voor f 2900:-
-
ORA-184-3199A046; 16-06-1724: ; Compareerden voor Hendrik van Weerland schout en Pieter Meltz Boor en Ysak Willems Spilt schepenen, de Weduwe van Willem Tijmensz verkocht aan Jan Tijmensz een stuk maatland gelegen op de huijsermaat Noordsijde
groot 22 voeten gemeen met Willem Bootsman; nog 14 voeten maatland gelegn Bussumer aangeregt gemeen met de stad Naarden voor f 575
-
ORA-184-3217A025; 17-01-1725: Staat van Inventaris van de gehele gemene boedel van Leendert Jansz Vergoes en Jannetje Cornelis van Nigtevegt in leven egtelieden op den 06-01-1725 metterdood ontruijmt, vanwege de Heeren Jacob Vergoes wonende
tot Amsterdam, Jacob Tijmensz en Jan Vergoes Pieter soon (Jan Pietersz Vergoes) woonagtig binnen dese dorpe Huijze, Antonij Laars Coopman tot Haarlem en Jan Vergoes Jacob soon (Jan Jacobsz Vergoes) wonende tot Amsterdam, alle te samen als
executeurs van den Testamente van voorn: Jannetje Cornelis van Nigtevegt.
- Eerstelijk het testament van voorn: Jannetje Cornelis van Nigtevegt gepasseert 14-07-1719, Nots. Johannes Backer tot Amsterdam; Nog seeckere acte van Jannetje Cornelis van Nigtevegt gepasseert 21-07-1724, Nots. Adriaan Baars tot Amsterdam
- Nog seecker boek waarin diverse diverse effecten en obligaties genoteert genoteert met de hand van Leendert Jansz Vergoes en de voorn: Jannetje Cornelis, van buijts getekent met de letter A
- 2 huijsen binnen den dorpe, land, land en een huijs in Nigtevegt,
- vele schepenkennisse en obligaties ten laste van o.a.:
Willem Tijmensz de Jong wonende tot Huijsen 10-07-1710: f 800 + f 200
-
ORA-184-3199A260; 19-03-1728: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout, Claas de Swart en Jan Gerritsz Komin schepenen;
- Lammert Lammertsz Prins gehuwd met Gerritje Pieters
- en Hendrik van Weerland en Aart Gerritsz Coppe als voogden van de minderjarige kinderen van Lambertje Pieters en zich sterk makend en de rato caverende voor Jacob Melsz Boor
- en Hendrik van Weerland zich sterk makend en de rato caverende voor Gijsbert Jacobsz Vos gehuwd met Claasje Pieters
allen te samen erfgenamen van AALTJE JANSZ CAMER
en tevens
- Gijsbert Tijmensz
- Jan Vergoes namens de weduwe van Jacob Tijmensz
- alsmede Harmen Tijmensz
- en Jan Vergoes namens Willem Kuijper wonende op de Coog en gehuwd met Geertje Tijmens,
- en ook voor Jan Tijmensz
als gezamenlijke erfgenamen van Willem Tijmensz
- verklaarden verkocht en getransporteerd te hebben aan Lammert Jansz Prins zeker huis, erf en tuin gelegen in het dorp belent Wed. Jacob Lammertsz Smit ten zuiden en Jan Meltz Boor ten Noorden voor f 1.380
-
ORA-184-3199A312; 25-03-1729: Aaltje Jans wed: wijlen Jacob Tijmensz, evenals Gijsbert Tijmensz, Jan Tijmensz en Harmen Tijmensz alsmede Jan Vergoes namens Willem Kuijper gehuwd met Geertje Tijmens allen te samen erfgenamen van wijlen Willem
Tijmensz, verklaarden publiek verkocht en getransporteerd te hebben aan en ten behoeve van Gijsbert Jacobsz Vos voor f 496:
- 1e de helft aan de zuidzijde van een Camp bouwland groot 4 / schepel waarvan de helft gelegen in het dorp voor het huis van Jacob Hendrik Snijder,
- de zuidelijke helft van 3 schepel gelegen aan de hengedijk belent Jan Jansz Doorn
- de noordelijke helft van 5 schepel gelegen aan de hengedijk belent Pieter van Voorthuijsen
>